Rapport 10 mei 2022: klacht over project snelfietsroute De Run-HTCE

Het verzoek
Op 7 januari 2022 heeft de heer (hierna: “Verzoeker”) een klacht ingediend bij de Ombudscommissie Eindhoven (hierna: “Ombudscommissie”) over de Gemeente Eindhoven (hierna: “Gemeente”).  Zijn klacht heeft betrekking op het project “snelfietsroute De Run-HTCE” van de Gemeente (https://www.eindhoven.nl/projecten/fietsroute-de-run-htce). In dit project werkt de Gemeente samen met de gemeente Veldhoven aan het verbeteren van de fietsroute tussen de beide plaatsen en tussen De Run en de High Tech Campus Eindhoven (HTCE). De klachten van Verzoeker zien op de communicatie met de Gemeente en de inspraak, samenspraak en participatie in de klankbordgroep die in het kader van voornoemd project door de Gemeente is ingesteld. Verzoeker heeft aan de Ombudscommissie gevraagd zijn klacht te onderzoeken.

Bevoegdheid, kenbaarheid en behandelingsplicht

Zoals volgt uit artikel 9:20 van de Algemene Wet Bestuursrecht (hierna: “Awb”), is de Ombudscommissie slechts bevoegd om een klacht te behandelen nadat de Gemeente eerst zelf de klacht behandeld heeft. Dit heet ook wel het kenbaarheidsvereiste. De Gemeente moest dus eerst de klacht van Verzoeker zelf hebben behandeld vóórdat de Ombudscommissie de klacht kon onderzoeken. Op 9 juli 2021 heeft Verzoeker een klacht ingediend bij de Gemeente. De Gemeente heeft het onderzoek naar aanleiding van deze klacht afgesloten met het oordeel van de Gemeente bij brief aan Verzoeker van 25 november 2021. Daarmee is aan het kenbaarheidsvereiste ten aanzien van Verzoeker voldaan.

Procedure
Op 7 januari 2022 heeft Verzoeker per email een klacht ingediend gericht tegen het projectteam “Klankbordgroep snelfietsroute HTCE – De R van de Gemeente, bestaande uit 12 klachtonderdelen, die door Verzoeker worden in 4 punten samengevat zijn weergegeven.

Per brief van 8 februari 2022 heeft de Gemeente haar reactie op de door Verzoeker aan de Ombudscommissie voorgelegde klacht(onderdelen) doen toekomen.

Partijen zijn uitgenodigd voor een hoorzitting op 17 februari 2022. Aan het einde van deze hoorzitting heeft de voorzitter van de Ombudscommissie het onderzoek gesloten en meegedeeld dat de Ombudscommissie zich gaat beraden over het verzoek.

De bevindingen van de Ombudscommissie
 

Het standpunt van Verzoeker
De Ombudscommissie heeft kennisgenomen van het dossier en de ingekomen stukken. De ingediende klachten houden verband met de communicatie en handelwijze van de Gemeente inzake het project “snelfietsroute De Run-HTCE door de gemeente Eindhoven”, met name in het kader van de klankbordgroep.

Verzoeker is woonachtig in Eindhoven, in Hunenborg , gelegen in Ooievaarsnest, één van de wijken in het gebied waarin het (uiteindelijke) tracé zal worden verwezenlijkt.

Verzoeker heeft bij de Ombudscommissie zijn klacht in 4 punten samengevat als volgt:
* Wat doet de gemeente volgens mij niet goed?

  1. Geen of misleidende antwoorden geven op vragen
  2. Bijna altijd niet ingaan op voorstellen of ideeen van mij en kritische leden van de klankbordgroep. Dat wordt vaak/steeds afgedaan met “we nemen het mee”, maar er wordt niets mee gedaan en met name de procesbegeleider dramt door, zeer dirigistisch.
  3. NB! Ad 1 en 2 laten dus zien dat de gemeente op essentiële punten vrijwel niets doet aan inspraak, samenspraak en participatie.
  4. Veel tegenstrijdigheden in de berichten en de informatie naar mij toe, maar ook richting de (kritische) leden van de klankbordgroep.”

Verzoeker wil met zijn klacht bereiken:

  • dat het ongegrond verklaren van heel veel van zijn klachten wordt teruggedraaid;
  • dat het advies (de voorkeur) die de klankbordgroep aan de wethouder heeft gegeven nietig wordt verklaard;
  • dat het sinds 2017/2018 gaande project “snelfietsroute HTCE – De Run” uiteindelijk wordt stopgezet en een beter project en nieuwe studie over een snelfietsroute in de corridor Geldrop – Eindhoven/HTCE – Veldhoven/De Run – Eersel wordt opgezet, zoals weergegeven op de provinciale plannen over snelfietsroutes.

Verzoeker heeft zijn klacht (93 pagina’s) uitgewerkt in 12 hoofdstukken c.q. klachtonderdelen. De door Verzoeker gemaakte indeling A t/m H correspondeert met de indeling die is aangehouden in het oordeel van de Gemeente van 25 november 2021 naar aanleiding van de eerstelijnsklacht van Verzoeker.

De klachtonderdelen kunnen als volgt (samengevat) worden weergegeven.

  1. Ter inleiding

Verzoeker baseert zijn klacht op het functioneren van de klankbordgroep en het disfunctioneren van de leiding van de klankbordgroep. Verzoeker spreekt de procesbegeleider aan en het daarbij behorende projectteam. Indirect is de klacht ook gericht tegen de betreffende wethouder.

Verzoeker is lid (geweest) van de klankbordgroep en heeft vijf bijeenkomsten meegemaakt. Hij is de enige bewoner/vertegenwoordiger van Hunenborg.

Verzoeker heeft 40-jarige bemoeiingen met het vak Verkeerskunde als docent, professor en consultant.

Verzoeker stelt dat zijn klacht gaat over procesmatige zaken en de gedragsmatige manier van reageren op inhoudelijke zaken door de procesbegeleider, het projectteam en de Gemeente. Zijn klacht gaat niet over de inhoud.

Verzoeker geeft aan dat er voor hem één basale, overkoepelende klacht is die te maken heeft met het door de procesbegeleider, het projectteam en de Gemeente  vrijwel volledig tegenwerken van essentiële vormen van samenspraak met Verzoeker en met sommige (kritische) leden van de klankbordgroep,  dus het tegen inspraak en participatie zijn.

  1. Onderdeel A (inhoudelijk niveau)

Verzoeker klaagt over het feit dat de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 bij dit onderdeel aangeeft dat de Gemeente zich op één onderdeel van de klacht van een oordeel onthoudt. Verzoeker veronderstelt dat deze opmerking ziet op het inhoudelijk niveau. Als Verzoeker het heeft over het inhoudelijk niveau doelt hij echter op de professionaliteit om moeilijke inhoudelijke materie aan leken duidelijk te maken.

Verzoeker verwijst naar zijn reactie aan de Gemeente van 26 augustus 2021 (eerstelijns klachtbehandeling) waarin hij duidelijk aangeeft dat zijn klacht niet gaat over de inhoudelijke zaken, maar over de manier waarop door het projectteam, met name de procesbegeleider, gereageerd wordt.

  1. Onderdeel B (samenstelling klankbordgroep)

Verzoeker klaagt over de samenstelling van de klankbordgroep. Tijdens het klankbordgroepproces worden beslissingen genomen over routes terwijl de bewoners die het betreft (onder andere die van de Backenhagen) niet in de klankbordgroep vertegenwoordigd zijn. Of bewoners in de 1e lijn zitten (leden klankbordgroep) of de 2e lijn (niet-leden klankbordgroep) maakt toch verschil. Bijvoorbeeld: bij de beslissing van de 1e lijn in de 4e bijeenkomst van de klankbordgroep over de stap van 6 routes naar 3 routes komt de 2e lijn niet tussen. Feedback van de 2e lijn wordt niet afgewacht. Het blijft bij de beslissing in de klankbordgroep.

Verzoeker wijst erop dat de Gemeente heeft aangegeven dat het doel van de klankbordgroep is om een voorkeur uit te brengen, maar dat in de Wijkinfo van 29 maart 2021 staat dat het uiteindelijke doel van de klankbordgroep is om advies uit te brengen.

Verzoeker klaagt dat de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 heeft aangegeven dat Verzoeker primair als bewoner van de wijk Ooievaarsnest in de klankbordgroep zit, en niet als deskundige en dat de Gemeente daarvoor andere mensen heeft ingeschakeld. De Gemeente zou van mening zijn wel van de expertise van Verzoeker gebruik te hebben gemaakt.

Verzoeker stelt allereerst enkel de in de wijk Ooievaarsnest gelegen straat Hunenborg te vertegenwoordigen en geen andere straten in deze wijk. Verzoeker vraagt zich voorts af hoe hij zijn 40-jarige ervaring in het vakgebied Verkeerskunde kan scheiden van zijn hoedanigheid van bewoner.

  1. Onderdeel C (procesvoorstel klankbordgroep)

Tijdens de eerste bijeenkomst van de klankbordgroep heeft Verzoeker een vraag gesteld over het doel en plan van aanpak (proces) van de klankbordgroep. Verzoeker stelt dat deze vraag genegeerd werd door de procesbegeleider en dat men aan het einde van de bijeenkomst met handopsteking duidelijk mocht maken of men het eens was met wat er gepresenteerd was. Verzoeker stelt zijn hand niet te hebben opgestoken. Verzoekers vraag om bewijsmateriaal dat er van zijn kant commitment was voor het proces (indien voorhanden: video-opnamen van de betreffende bijeenkomst) is nooit beantwoord.

Verzoeker klaagt erover dat de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 in strijd daarmee heeft gesteld dat iedere deelnemer akkoord was met het procesvoorstel en dat ook Verzoeker er op dat moment mee akkoord was.

  1. Onderdeel D (belofte en onbeantwoorde vragen)

Verzoeker citeert een passage uit een emailbericht van de procesbegeleider van 16 juni 2021 aan Verzoeker waarin wordt beloofd dat er uiteindelijk een voorstel zou komen voor een ingevulde MCA (Multi Criteria Analyse) in de vierde klankbordgroep. Dat is echter niet gebeurd.

Verzoeker stelt dat de Gemeente als excuus daarvoor de deskundigheid c.q. het (denk)niveau van de leden van de klankbordgroep ter discussie wordt gesteld en dat een beroep wordt gedaan op voortschrijdend inzicht bij het projectteam. Verzoeker geeft aan dat de door hem voorgestelde simpele MCA voor de verkeersveiligheid had kunnen helpen, maar dat de procesbegeleider weigerde daarvan gebruik te maken of daarover te discussiëren.

Verzoeker stelt onder verwijzing naar de Behoorlijkheidswijzer dat onder professionaliteit van de procesbegeleider ook moet worden verstaan om complexe materie aan relatief leken duidelijk te maken en dat dat niet een inhoudelijk iets is, maar een proces-item.

Verzoeker vraagt zich af op grond waarvan gestemd wordt op of een voorkeur wordt uitgebracht voor bepaalde routes, nu de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 heeft opgemerkt dat de leden van de klankbordgroep niet zijn gekozen op basis van hun expertise, maar als bewoners of gebruikers van het gebied.

Verzoeker heeft eind augustus 2021 een stand van zaken gegeven met betrekking tot de beantwoording van een tiental vragen van Verzoeker aan het projectteam. Verzoeker stelt dat heel veel van deze vragen niet zijn beantwoord of te laat beantwoord en vraagt zich af hoe de Gemeente dan tot de conclusie kan komen dat dit klachtonderdeel ongegrond is.

  1. Onderdeel E (geen vertrouwen in adviezen externe consultant RoyalHaskoning DHV)

Verzoeker verwijst bij dit klachtonderdeel naar de klacht die op 21 oktober 2021 bij de Ombudscommissie werd ingediend door de heer      en distantieert zich verder met zijn argumenten van deze klacht van hem.

  1. Onderdeel F (begrip Verkeersveiligheid)

In dit klachtonderdeel verwijst Verzoeker naar de opmerking van de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 dat, wat de verkeersveiligheid betreft, de gemeente een externe deskundige heeft ingeschakeld om een tussentijdse verkeersveiligheidsanalyse uit te voeren. Verzoeker stelt dat de leden van de klankbordgroep op 19 november 2021 van de Gemeente een viertal documenten hebben ontvangen ter voorbereiding van de bijeenkomst van de klankbordgroep op 24 november 2021, waaronder de verkeersveiligheidsaudit van een extern adviesbureau.

Verzoeker heeft deze verkeersveiligheidsaudit samen met een paar bewoners van de Belangengroep “Leefbaar en Verkeersveilig Ooievaarsnest” bestudeerd. Verzoeker stelt dat meer dan 30 punten van kritiek werden gevonden, waarvan sommige echt zwaarwegend. Verzoeker vraag zich af wat dit rapport waard is en vermoedt dat de gemeente niet alle essentiële informatie aan het adviesbureau heeft doen toekomen, o.a. over de toekomstige aantallen (snelle) fietsers. Dit laatste gegeven zou inderdaad niet bij het adviesbureau bekend zijn.

Verzoeker is van mening dat bijzonder slordig met verkeersveiligheid is omgesprongen, met name in de informatieverschaffing. Verzoeker wijst op de Behoorlijkheidswijzer, in het bijzonder waar onder het kopje “Open en duidelijk” is aangegeven dat goede informatieverstrekking door een overheid belangrijk is. Verzoeker is van mening dat de Gemeente (bewust of onbewust) hier steken heeft laten vallen.

  1. Onderdeel G (aanvullingen homogeniteit en functionaliteit)

Verzoeker geeft aan dat functionaliteit en homogeniteit de eerste twee principes zijn van Duurzaam Veilig: een essentieel, fundamenteel onderwerp over integraliteit, structuren en samenhangen. Een in de Tweede Kamer vastgesteld landelijk geldend beleidsdocument genaamd SPV Strategisch Plan Verkeersveiligheid (citaat) “… bevat het streven om ieder verkeersslachtoffer te voorkomen. De vijf principes uit de visie Duurzaam Veilig Weg verkeer (DV3) geven richting aan hoe daadwerkelijk systematisch te werken aan een slachtoffervrij wegverkeer.”

Op de vraag van Verzoeker aan de Gemeente naar inbreng van Duurzaam Veilig bij het ontwerpen van snelfietsroutes heeft de Gemeente geantwoord (citaat): “... die visie delen we niet”. In haar oordeel van 25 november jl. schrijft de Gemeente dat functionaliteit en homogeniteit materie is die te ver voert voor de klankbordgroep.

Verzoeker is van mening dat de wijze waarop de Gemeente aankijkt tegen verkeersveiligheid lijkt op het bouwen aan een huis (vormgeving, regelgeving) terwijl het fundament (Duurzaam Veilig principes) niet aanwezig is.

Naar de mening van Verzoeker wordt de klankbordgroep door de Gemeente hiermee voor de tweede keer (zie hiervoor klachtonderdeel D met betrekking tot een voorstel voor een MCA) verloochend op deskundigheid.

Verzoeker trekt de opmerking van de Gemeente dat tijdens een bijeenkomst voorstellen worden gedaan door leden van de klankbordgroep, maar dat dat niet betekent dat die altijd zullen worden overgenomen, in twijfel. Verzoeker beklaagt zich erover dat de door hem genoemde voorbeelden van essentiële inbreng door leden van de klankbordgroep allemaal niet zijn overgenomen en acht dit een staaltje van non-samenspraak en non-participatie.

  1. Onderdeel H (expertise Verzoeker)

Verzoeker heeft zich erover beklaagd dat de Gemeente geen gebruik heeft willen maken van zijn expertise. Hij vindt het onbegrijpelijk dat de Gemeente deze klacht ongegrond heeft verklaard. De Gemeente stelt van mening te zijn dat er gebruik is gemaakt van zijn expertise, maar heeft eerder aangegeven dat hij was uitgenodigd als bewoner/vertegenwoordiger van Ooievaarsnest en niet als expert; daarvoor had de Gemeente andere mensen ingeschakeld.

10. Onbeantwoorde vragen

Verzoeker geeft aan dat van de 10 door hem gestelde vragen, de vragen 1, 4, 6, 7 en 8 onbeantwoord zijn gebleven.

11. Tegenstrijdigheden resp. onwaarheden en misleidingen

Verzoeker geeft een opsomming van een vijftal tegenstrijdigheden “e.d.” en stelt dat deze bepaald niet positief werken in de richting van vertrouwen hebben in de leiding van de klankbordgroep:

  • Het beloofde inzetten van een Multi Criteria Analyse (MCA) is niet gedaan. Verzoeker vraagt zich af op basis waarvan de schifting naar 3 varianten gebeurt;
  • De mail van de procesbegeleider van 16 juni 2021 waarin aangegeven wordt dat er een MCA zal worden ingevuld. In het verslag van de 4e bijeenkomst van de klankbordgroep wordt de MCA weg gebagatelliseerd onder zeer dubieuze argumenten;
  • Het stukje snelfietsroute HTCE-De Run, als schakel in de regionale visie op snelfietsroutes i.c. Geldrop-HtCE-DeRun-Eersel, zou ook voor smart mobility voertuigen bedoeld zijn (zie de Antea studie). Waar blijven de fietsvoorzieningen voor deze (smart mobility) categorie fietsers?
  • Over toekomstige aantallen fietsers. Daar hanteren de leidinggevenden waarden die komen uit het middelen tussen gemiddelden van twee werkweken (Basec 2019) en niet-representatieve periodes (maart) voor fietsers;
  • Pertinent onware (op de in de klacht ingevoegde kopie-afbeelding met rood onderstreepte) opmerking in de pre-verslaglegging van de 4e bijeenkomst van de klankbordgroep. Er ontbrak ook – op papier of anderszins – een duidelijke omschreven/gedefinieerde, valide en dus bruikbare set van beoordelingscriteria voor de variante routes.

12. Op een rijtje het NON-samenspraak- en NON-participatieproces

In dit hoofdstuk c.q. klachtonderdeel licht Verzoeker toe dat er naar zijn mening sprake is geweest van een non-samenspraak- en non-participatieproces. Verzoeker noemt 9 gevallen waarin geen reactie is gegeven of is ingegaan op zijn inbreng respectievelijk de inbreng van (kritische) leden van de klankbordgroep:

  1. Geen reactie, geen samenspraak naar aanleiding van de vraag van Verzoeker naar doel en aanpak (proces) van de klankbordgroep;
  2. Geen antwoord op  de vraag van Verzoeker waarom een vertegenwoordiging van de Backenhagen buiten de klankbordgroep is gehouden;
  3. Er is ondanks beloftes niets gedaan met de voorstellen van Verzoeker voor criteria voor de verkeersveiligheid en ook criteria voor de flora&fauna;
  4. Het voorstel om de door het projectteam voorgestelde 15 tot 20 criteria ter beoordeling van de variante routes terug te brengen tot bijvoorbeeld een 5-tal meest belangrijke criteria was niet bespreekbaar;
  5. Pas bij de laatste bijeenkomst, op verzoek van Verzoeker, is op heel knullige wijze ingegaan op twee criteria, te weten Toekomstbestendigheid en Maatschappelijke Acceptatie, ingebracht door de leden van de klankbordgroep;
  6. Gebruikmaking van een door Verzoeker ingebrachte duidelijke, overzichtelijke, begrijpbare multicriteria analyse (MCA) was niet bespreekbaar;
  7. Idem voor de flora&fauna;
  8. Verzoek om een extra sessie van de klankbordgroep met de makers van de verkeersveiligheidsaudit en het flora&fauna ‘groenrapport’ is gewoon weggepraat;
  9. Er is niets gedaan met de opmerking van Verzoeker dat, gezien de vele mitsen en maren, compromissen – ontdekt bij de behandeling van de zes overgebleven routes – het verstandig zou zijn sterk te focussen op routes buiten de woon- en flora&fauna gebieden.

Het standpunt van de Gemeente

De Gemeente heeft per brief van 8 februari 2022 gereageerd op de klacht van Verzoeker zoals ingediend bij de Ombudscommissie. De Gemeente verwijst daarbij tevens naar het oordeel namens het College van Burgemeester en Wethouders van 25 november 2021 in het kader van de eerstelijns klachtbehandeling.

Het verweer van de Gemeente is weergegeven als volgt:

Ad 1. Ter inleiding

De Gemeente geeft aan dat zij in Eindhoven al jaren actief aan de slag is met inwoners- en overheidsparticipatie. In 2008 is de Verordening Samenspraak en Inspraak vastgesteld. Daarin zijn ook mogelijkheden opgenomen voor samenspraak: een vorm van inwonersparticipatie “die vroeg in een traject plaatsvindt en waarin op een minder formele wijze gekeken wordt naar mogelijkheden om gemeentelijk beleid gestalte te geven”. De Gemeente deelt niet de mening van Verzoeker dat in de klankbordgroep vrijwel niet aan samenspraak is gedaan.

Ad 2: Onderdeel A (inhoudelijk niveau)

In haar oordeel van 25 november 2021 heeft de Gemeente opgemerkt dat er in 2020 en 2021 meermaals contact met Verzoeker is geweest, zowel via email als in persoonlijke gesprekken. Gebleken is dat Verzoeker en de Gemeente op een aantal punten, met name inhoudelijk, van mening blijven verschillen. Klachten over de inhoud vallen buiten de reikwijdte van klachtbehandeling en zullen om die reden niet worden beoordeeld.

Volgens Verzoeker zou zijn klacht gaan over de professionaliteit om moeilijke inhoudelijke materie aan leken duidelijk te maken.

De gemeente heeft steeds zaken praktisch uitgelegd zonder diep op de theorie in te gaan, daarbij uitgaande van het gemiddelde niveau van de groep.

Ad 3: onderdeel B (samenstelling klankbordgroep)

Het is aan de Gemeente om te bepalen hoe een klankbordgroep wordt ingericht en van welke uitgangspunten er wordt uitgegaan.  Er waren veel meer aanmeldingen voor de klankbordgroep dan plaatsen. De Gemeente heeft, als dat nodig was, in overleg met bewoners vastgesteld welke persoon de belangen vertegenwoordigt in de klankbordgroep.

De Gemeente geeft aan dat er steeds na een bijeenkomst van de klankbordgroep een feedback moment is geweest voor de belanghebbenden in de tweede ring. Wanneer er een verkeerde keuze zou zijn gemaakt in de 4e bijeenkomst, dan kon hier door de tweede ring op gereageerd worden en konden de leden van de klankbordgroep daarop terugkomen in de daaropvolgende bijeenkomst. Hiertoe is aan het begin van iedere klankbordgroep ook gelegenheid gegeven.

Bij het aangeven van de doelstelling van de klankbordgroep is het woord advies misschien geen goede woordkeuze. Bedoeld is dat de voorkeur van de klankbordgroep voor een route onderdeel is van het advies aan het College van B&W.

De Gemeente vindt dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 4: Onderdeel C (procesvoorstel klankbordgroep)

De Gemeente heeft in haar verweerschrift van 8 februari 2022 bij dit onderdeel geen (nieuwe) opmerkingen gemaakt.

In haar oordeel van 25 november 2021 stelt de Gemeente dat iedere deelnemer akkoord was met het procesvoorstel tijdens de eerste bijeenkomst, ook Verzoeker. Tijdens de tweede bijeenkomst is Verzoeker hierop teruggekomen en heeft hij benadrukt dat het proces wat hem betrof nog ter discussie stond. Dit staat met zoveel woorden vermeld zowel in het concept-verslag van de tweede bijeenkomst van 26 mei 2021 als in het definitieve verslag van de tweede bijeenkomst van 3 juni 2021.

In het verslag van de eerste klankbordgroep, dat is de wijkinfo van mei 2021, wordt alleen melding gemaakt van het akkoord zijn met het procesvoorstel. Hetgeen daarover is opgenomen, is juist.

Ad 5: Onderdeel D (belofte en onbeantwoorde vragen)

De Gemeente geeft aan dat vragen gaandeweg het traject beantwoord worden of mogelijk niet beantwoord worden als deze te abstract/theoretisch zijn of buiten de reikwijdte van het onderwerp liggen. Tijdens de bijeenkomst van de klankbordgroep was een verbale toelichting op de verkeersveiligheid bij de onderwerpen voldoende en hoefde er geen complete MCA bij (een set van geformuleerde, valide en bruikbare omschrijvingen in een tabel weergegeven). De MCA is wel door het projectteam ingevuld. Het ontwerp wordt door een extern bureau getoetst op verkeersveiligheid.

Een aantal van de door Verzoeker gestelde vragen is onderwerp van gesprek geweest in de 4e bijeenkomst van de klankbordgroep. Daarna is er nog een persoonlijk gesprek geweest met de heer         . Verzoeker heeft later aangegeven dat dat een goed gesprek was.

De Gemeente geeft aan dat het proces van de klankbordgroep niet in beton is gegoten en dat sprake is van voortschrijdend inzicht. Samen met de leden van de klankbordgroep is bepaald wat de juiste vervolgstappen zijn.

De Gemeente acht dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 6: Onderdeel E (geen vertrouwen in adviezen externe consultant RoyalHaskoning DHV)

De Gemeente heeft in haar verweerschrift van 8 februari 2022 bij dit onderdeel geen (nieuwe) opmerkingen gemaakt.

In haar oordeel van 25 november 2021 heeft de Gemeente aangegeven dat niet de externe consultant/voorzitter, maar het College van B&W heeft bepaald dat de snelfietsroute moet aansluiten op de route vanuit Veldhoven. In 2018 heeft het College van B&W het begin- en eindpunt van de route vastgesteld. Voor RHDHV zijn het begin- en eindpunt van de route daarmee een vaststaand gegeven.

De Gemeente heeft dit klachtonderdeel ongegrond geacht.

Ad 7: Onderdeel F (begrip Verkeersveiligheid)

De Gemeente geeft aan dat er op 7 december 2021 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Verzoeker en het betreffende bureau en dat er naar aanleiding daarvan enkele aanpassingen zijn gedaan in het rapport. De Gemeente stelt dat alle relevante informatie voor de verkeersveiligheidsaudit aan externe adviesbureau is aangeleverd.

Ad 8: Onderdeel G (aanvullingen homogeniteit en functionaliteit)

De Gemeente heeft aangegeven dat functionaliteit en homogeniteit, 2 van de 5 principes van Duurzaam Veilig, materie is die te ver voert voor de klankbordgroep, maar zeker wordt meegenomen door de verkeerskundigen in de te maken ontwerpen. Tijdens de bijeenkomsten hebben alle leden van de klankbordgroep gelegenheid hun inbreng te leveren op de te behandelen onderwerpen.

Naar aanleiding van de mening van Verzoeker dat de wijze waarop de Gemeente aankijkt tegen verkeersveiligheid lijkt op het bouwen aan een huis (vormgeving regelgeving), terwijl het fundament (Duurzaam Veilig principes) niet aanwezig is, geeft de Gemeente aan dat het fundament wordt gelegd door het projectteam in de voorbereiding op de bijeenkomst van de klankbordgroep. De vragen in de klankbordgroep zijn praktische vragen over hoe het huis eruit moet komen te zien. De Gemeente houdt rekening met de principes van Duurzaam Veilig maar neemt ook de nieuwste ontwikkelingen en kennis op het gebied van fietsstraten mee.

De Gemeente acht dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 9: Onderdeel H (expertise Verzoeker)

De Gemeente heeft in haar verweerschrift van 8 februari 2022 bij dit onderdeel geen (nieuwe) opmerkingen gemaakt.

In haar oordeel van 25 november 2021 heeft de Gemeente aangegeven dat er wel gebruik is gemaakt van de input van Verzoeker als vertegenwoordiger van Ooievaarsnest. Zij noemt een aantal voorbeelden die aantonen dat bij de uitwerking van de ontwerpen voor Ulenpas, Hunenborg en Backenhagen specifiek gebruik is gemaakt van de expertise van Verzoeker.

De Gemeente acht dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 10. Onbeantwoorde vragen

De Gemeente geeft aan dat de betreffende vragen wel zijn beantwoord, maar niet naar tevredenheid van Verzoeker.

Ad 11. Tegenstrijdigheden resp. onwaarheden en misleidingen

De Gemeente richt zich in haar verweerschrift ten aanzien van dit klachtonderdeel op de opmerking van Verzoeker dat het stuk snelfietsroute HTCE – De Run als schakel in de regionale fietsroute ook voor smart mobility voertuigen zou zijn bedoeld. De Gemeente geeft aan dat de focus ligt op fietsers, niet op zelfrijdende voertuigen. Het wordt een fietspad net als andere fietspaden in Eindhoven.

Ad 12. Op een rijtje het NON-samenspraak- en NON-participatieproces

Ten aanzien van punt 8 merkt de Gemeente op dat alleen Verzoeker als lid van de klankbordgroep een extra sessie wilde voor wat betreft de verkeersveiligheidsaudit. Aan dit verzoek is invulling gegeven door een open gesprek met de opstellers van de betreffende audit.

Ten aanzien van punt 9 merkt de Gemeente opnieuw op dat de kaders die aan de klankbordgroep zijn meegegeven, zijn bepaald door het College van B&W en niet die reikwijdte hebben.

Aan het einde van haar verweerschrift merkt de Gemeente op dat het advies dat aan het College van B&W is uitgebracht ook integraal alle reacties bevat die de leden van de klankbordgroep hebben ingediend. Verzoeker heeft daarvoor het stuk “Mijn evaluatie van de klankbordgroep SFR De Run – HTCE” aangeleverd. Het College heeft hierover een besluit genomen. Dit besluit staat niet ter discussie bij de Ombudscommissie Eindhoven.

Ten slotte merkt de Gemeente met betrekking tot hetgeen Verzoeker met zijn klacht wil bereiken (stopzetting project en nieuwe studie over de snelfietsroute in de corridor Geldrop – Eindhoven/HTCE – Veldhoven/De Run – Eersel) dat dit niet de opdracht is (geweest) van het College van B&W. Daarnaast ziet de Gemeente geen enkele aanleiding om opnieuw onderzoek te doen.

Hoorzitting

Op 17 februari 2022 heeft de hoorzitting plaatsgevonden. Verzoeker werd vergezeld door de heer en mevrouw . Aan de zijde van de Gemeente waren aanwezig mevrouw (eerstelijns klachtbehandelaar), de heer (verkeersplanoloog en beleidsadviseur fiets), de heer (adviseur programma verkeer) en mevrouw (junior projectmanager).

Wijze van beoordeling

De Ombudscommissie beoordeelt of (een of meer medewerkers van) het bestuursorgaan zich in de door haar onderzochte aangelegenheid al dan niet behoorlijk heeft (hebben) gedragen. De Ombudscommissie toetst het handelen van de Gemeente aan de hand van de behoorlijkheidswijzer (www.nationaleombudsman.nl/behoorlijkheidswijzer).

Overwegingen

Uitgangspunt is de door Verzoeker bij de Ombudscommissie ingediende klacht op 7 januari 2022, bestaande uit 12 onderdelen.

De Ombudscommissie verricht geen feitenonderzoek en doet geen onderzoek naar (mogelijke) bewijzen. Zij gaat uit van hetgeen partijen aan informatie aan de Ombudscommissie hebben aangeleverd als klacht respectievelijk verweer. Ten aanzien van die aspecten van de klacht waarbij niet meer informatie beschikbaar is gesteld dan het woord van Verzoeker met daartegenover het woord van de Gemeente, onthoudt de Ombudscommissie zich van een oordeel.

Ad 1. Ter inleiding

Verzoeker baseert zijn klacht op het functioneren van de klankbordroep en het disfunctioneren van de leiding van de klankbordgroep.

De Ombudscommissie is niet bevoegd om onderzoek te doen naar de instelling, opzet of werkwijze van de klankbordgroep. De Ombudscommissie is slechts bevoegd om onderzoek te doen naar de wijze waarop (een of meer medewerkers van) de Gemeente zich in een bepaalde aangelegenheid jegens een Verzoeker heeft gedragen (art. 9:18 lid 1 Awb). De voorzitter van de klankbordgroep is geen medewerker van de Gemeente.

Verzoeker stelt als overkoepelende klacht dat de procesbegeleider, het projectteam en de Gemeente essentiële vormen van samenspraak met Verzoeker en met sommige (kritische) leden van de klankbordgroep vrijwel volledig tegenwerken en dus tegen inspraak en participatie zijn.

In de Verordening Samenspraak en inspraak Gemeente Eindhoven 2008 worden twee vormen van inwonersparticipatie onderscheiden: samenspraak en inspraak. Tijdens de hoorzitting heeft de Gemeente aangegeven dat zij in Eindhoven al jaren actief aan de slag is met inwoners- en overheidsparticipatie. Bij de ingestelde klankbordgroep voor het snelfietsrouteproject is gekozen voor samenspraak.

In haar oordeel van 25 november 2021 heeft de Gemeente aangegeven dat zij wel gebruik heeft gemaakt van de input van Verzoeker. In de uitwerking van ontwerpen voor Ulenpas, Hunenborg en Backenhagen is specifiek aandacht gegeven aan door Verzoeker aangegeven situaties. Ook uit de emailberichten van de voorzitter van de klankbordgroep aan Verzoeker d.d. 25 mei 2021 respectievelijk 16 juni 2021 in reactie op vraagpunten of input van Verzoeker blijkt niet van enige tegenwerking. Tijdens bijeenkomsten van de klankbordgroep konden voorstellen worden gedaan door de leden, maar dat betekende niet dat die altijd werden overgenomen.

Uit het dossier blijkt voorts dat de Gemeente in 2020 en 2021 verschillende persoonlijke gesprekken heeft gehad met Verzoeker. In juli 2020 is de Gemeente (de heren Braakman Hamelers en Van Duren) op gesprek geweest bij de overbuurman van Verzoeker, de heer, waarbij ook Verzoeker aanwezig was. In maart 2021 heeft Verzoeker een gesprek gehad met de Gemeente (de heren      ). De Gemeente heeft gehoor gegeven aan het verzoek van Verzoeker (die als enig lid van de klankbordgroep daar om had gevraagd) om een extra sessie te hebben met de makers van de verkeersveiligheidsaudit en het flora & fauna groenrapport door hem gelegenheid te bieden tot een open gesprek met de opstellers van de veiligheidsaudit.

Bij brief van 14 juni 2021 heeft Wethouder aan Verzoeker laten weten het fijn te vinden als Verzoeker zijn expertise en kennis op een constructieve manier in wilde zetten voor het project en dat, zoals afgesproken, conclusies van de klankbordgroep inclusief afwijkende of kritische meningen aan het einde van het proces zouden worden voorgelegd aan het college van B&W.

De klankbordgroep brengt advies (in de zin van voorkeur) uit aan het College van B&W over waar de fietsroute het beste aangelegd kan worden en onder welke voorwaarden. Alvorens advies uit te brengen, wordt iedereen in de omgeving van het betreffende voorkeurstracé in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Alle reacties, ook de opvattingen die afwijken van het advies van de klankbordgroep, worden verzameld en verwerkt in het dossier en onder de aandacht gebracht van het College van B&W.

De Ombudscommissie is van mening dat er geen argumenten of aanwijzingen zijn in het dossier dat de Gemeente essentiële vormen van samenspraak met Verzoeker vrijwel volledig heeft tegengewerkt.

De Ombudscommissie achter dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 2: Onderdeel A (inhoudelijk niveau)

Verzoeker is het niet eens met het feit dat de Gemeente zich in haar oordeel van 25 november 2021 heeft onthouden van een oordeel op één onderdeel van de klacht, te weten dat Verzoeker de gang van zaken in de klankbordgroep inhoudelijk beneden niveau vindt. Verzoeker stelt aan de Gemeente te hebben aangegeven dat hij daarmee niet doelde op inhoudelijke zaken, maar op de professionaliteit om moeilijke inhoudelijke materie aan leken duidelijk te maken en de manier waarop door het projectteam en met name de procesbegeleider gereageerd wordt.

In het bijzonder klaagt Verzoeker dat hij op veel van zijn vragen categorisch geen antwoord heeft gekregen en dat, als hij respons kreeg, het antwoord misleidend c.q. niet correct was. Er zou sprake zijn van non-communicatie en de input van Verzoeker met betrekking tot een tweetal Duurzaam Veilige principes zou zijn genegeerd.

De Gemeente stelt dat vragen gaandeweg het traject beantwoord werden of mogelijk niet beantwoord werden als deze te abstract of theoretisch waren of buiten de reikwijdte van de klankbordgroep lagen. De Gemeente heeft zaken steeds praktisch uitgelegd zonder diep op de theorie in te gaan, hierbij uitgaande van het gemiddelde niveau van de groep. Tijdens de hoorzitting heeft de Gemeente dit toegelicht en aangegeven dat zij er ook voor diende te waken dat Verzoeker als lid van de klankbordgroep geen voorkeursbehandeling kreeg. Verzoeker heeft in de vorm van verschillende persoonlijke gesprekken en emailcorrespondentie met diverse medewerkers van de Gemeente en de wethouder in vergelijking met de overige leden van de klankbordgroep veel persoonlijke aandacht gekregen.

Mede onder verwijzing naar hetgeen de Ombudscommissie heeft aangehaald bij onderdeel 1 (Ter inleiding), heeft de Ombudscommissie in het dossier geen argumenten of aanwijzingen gevonden die de klacht van Verzoeker onderbouwen dat veel van zijn vragen categorisch niet werden beantwoord of dat zijn input met betrekking tot een tweetal Duurzaam Veilige principes zou zijn genegeerd.

Op dit punt acht de Ombudscommissie de klacht van Verzoeker ongegrond.

Dat, naar de mening van Verzoeker, antwoorden misleidend of niet correct zouden zijn geweest, of dat de motivering niet juist zou zijn geweest, ziet op inhoudelijke aspecten.

De Ombudscommissie is te dien aanzien niet bevoegd.

Ad 3: Onderdeel B (samenstelling klankbordgroep)

In dit onderdeel klaagt Verzoeker over, kort weergegeven, de volgende punten:

  • Onevenwichtige samenstelling van de klankbordgroep;
  • Benadeling “2e lijn”-bewoners ;
  • Het doel van de klankbordgroep: advies of voorkeur?;
  • Hoedanigheid van Verzoeker als lid van de klankbordgroep.

Verzoeker doelt met de onevenwichtige samenstelling van de klankbordgroep op de bewoners van Backenhagen. De poort tot deze buurt ligt bij het kruispunt Hunenborg-Backenhagen, een precair kruispunt op de meest besproken route. De Backenhagers zaten echter niet in de klankbordgroep. Backenhagen grenst aan Ooievaarsnest en bij een afzonderlijke vertegenwoordiging in de klankbordgroep zou dit mogelijk een extra stem hebben kunnen opleveren tegen het uiteindelijk gekozen tracé.

In haar oordeel van 25 november 2021 heeft de Gemeente aangegeven dat zij geprobeerd heeft de klankbordgroep zo samen te stellen dat de verschillende belangen evenredig vertegenwoordigd werden. Voor wat betreft de Backenhagen beperkt de Gemeente zich tot de opmerking “Er is besloten om niemand uit de Backenhagen deel te laten nemen”. In haar verweer gaat de Gemeente ook niet meer op dit specifieke klachtpunt in.

Het is naar de mening van de Ombudscommissie begrijpelijk dat deze reactie van de Gemeente  – van een toelichting of uitleg kan immers niet worden gesproken – bij Verzoeker tot onvrede en onbegrip heeft geleid.

Tijdens de hoorzitting, naar aanleiding van vragen van de Ombudscommissie, heeft de Gemeente het volgende aangegeven. Het projectteam heeft bij de samenstelling van de klankbordgroep gekeken naar de mogelijke belangen op basis van de indeling in wijken. Niet alleen belangen van verkeersveiligheid zijn daarbij meegenomen, maar ook belangen van flora & fauna. Om die reden waren ook bewoners van wijken/straten die niet direct gelegen waren aan een mogelijke route in de klankbordgroep vertegenwoordigd. Het klopt dat de toegang tot Backenhagen ligt bij het kruispunt Hunenborg-Backenhagen, een precair kruispunt op een aantal van de besproken mogelijke routes (waaronder de uiteindelijke voorkeursroute). Er is door de Gemeente tussentijds niet geëvalueerd of een herverdeling van stemmen nodig was of een wijzing in de stemverhoudingen wenselijk of nodig was, nadat het aantal mogelijke tracés was teruggebracht van 12 naar 3. De samenstelling en het aantal leden van de klankbordgroep is bepaald door het projectteam, per wijk was het aan de bewoners om te beslissen wie als lid aan de klankbordgroep zou deelnemen.

De Ombudscommissie verwijst naar de kernwaarden “A. Open en duidelijk” (in het bijzonder  4.  Goede motivering) van behoorlijk overheidsoptreden in de Behoorlijkheidswijzer. De overheid legt haar handelen en besluiten duidelijk aan de burger uit, daarbij onder meer aangevend van welke feiten zij is uitgegaan en hoe zij rekening heeft gehouden met de belangen van de burgers. Deze motivering moet voor de burger begrijpelijk zijn.

De Gemeente heeft zich met betrekking tot de vraag van Verzoeker waarom Backenhagen geen afzonderlijke vertegenwoordiging had in de klankbordgroep -gezien het mogelijk eigen belang – zonder enige motivering beperkt tot de mededeling dat de Gemeente dat besloten had. Daarmee is de Gemeente ook niet ingegaan op de zorg die Verzoeker heeft uitgesproken over de daarmee samenhangende stemverhouding binnen de klankbordgroep. Naar de mening van de Ombudscommissie heeft de Gemeente hiermee de behoorlijkheidsnorm Open en Duidelijk geschonden.

De Ombudscommissie acht klachtonderdeel 3 in zoverre gegrond.

Verzoeker heeft gesteld dat 2e-lijns bewoners (niet-leden klankbord) benadeeld werden ten opzichte van 1e-lijns bewoners (leden klankbordgroep), bijvoorbeeld omdat feedback van de 2e-lijn niet werd afgewacht. Volgens de Gemeente is er echter na elke bijeenkomst van de klankbordgroep een feedbackmoment geweest door de ‘tweede ring’ en kregen leden van de klankbordgroep gelegenheid daarop terug te komen aan het begin van de daaropvolgende bijeenkomst.

Ten aanzien van dit aspect acht de Ombudscommissie klachtonderdeel 3 ongegrond.

Met betrekking tot de terminologie (advies tegenover voorkeur) heeft de Gemeente aangegeven dat het gebruik van het woord advies in de wijkinfo van 29 maart 2021 wellicht geen goede keuze was en bedoeld werd dat de voorkeur van de klankbordgroep voor een route onderdeel zou zijn van het advies aan het College van B&W.

De Ombudscommissie verwijst naar de kernwaarden “A. Open en duidelijk” (in het bijzonder  1. Transparant en 2. Goede informatieverstrekking) van behoorlijk overheidsoptreden in de Behoorlijkheidswijzer. De overheid zorgt ervoor dat burgers inzicht kunnen hebben in de procedures die tot beslissingen kunnen leiden en het hoe en waarom ervan. De overheid is verplicht de burger gevraagd en ongevraagd alle informatie te geven over handelingen en besluiten die de belangen van de burger kunnen raken. Zij is daarbij servicegericht en stelt zich actief op om de informatie die van belang is tijdig op eigen initiatief te geven.

De Ombudscommissie is van mening dat de woordkeuze van de Gemeente (advies in plaats van voorkeur) bij Verzoeker bepaalde verwachtingen heeft gewekt en tot misverstanden heeft geleid. Onduidelijke communicatie door de Gemeente over het doel en de gekozen vorm van bewonersparticipatie (inspraak of samenspraak) hebben tot een zekere verwarring geleid bij Verzoeker over de rol die voor hem was weggelegd als lid van de klankbordgroep en over het proces dat binnen de klankbordgroep werd gevolgd.

Naar de mening van de Ombudscommissie verklaart dit ook dat de mededeling van wethouder    aan Verzoeker in haar emailbericht van 14 juni 2021 (“We vinden het fijn als u uw expertise en kennis op een constructieve manier in wilt zetten voor dit project”) voor Verzoeker moeilijk te rijmen valt met het benadrukken door de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 dat Verzoeker (primair) zitting had in de klankbordgroep als bewoner en dat de leden van de klankbordgroep niet waren gekozen op basis van hun expertise, maar als bewoners of gebruikers van gebieden.

De Ombudscommissie is van mening dat de Gemeente niet zorgvuldig is geweest en onduidelijk in haar communicatie over de samenstelling, werkwijze en doel van de klankbordgroep en dat dit bij Verzoeker tot bepaalde verwachtingen heeft geleid. De Gemeente heeft hiermee de behoorlijkheidsnorm Open en Duidelijk geschonden.

De Ombudscommissie acht klachtonderdeel 3 in zoverre gegrond.

Het is niet aan de Ombudscommissie om zich uit te laten over een al dan niet evenwichtige samenstelling van de klankbordgroep als zodanig. De Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel daarover.

Ad 4: Onderdeel C (procesvoorstel klankbordgroep)

In de Verordening Samenspraak en inspraak Gemeente Eindhoven 2008 worden twee vormen van inwonersparticipatie onderscheiden: samenspraak en inspraak. Tijdens de hoorzitting heeft de Gemeente aangegeven dat bij de ingestelde klankbordgroep voor het snelfietsrouteproject gekozen is voor samenspraak. Blijkens de Verordening (paragraaf 1) wordt bij de toepassing van samenspraak vooraf een aanpak vastgesteld. Bij het vaststellen van de wijze van aanpak wordt uitspraak gedaan over onder meer het exacte onderwerp en de kaders waarbinnen de samenspraak zich afspeelt, het doel van de samenspraak, de status van de inbreng van de deelnemers aan de samenspraak en inrichting van en communicatie over het samenspraakproces.

Verzoeker en de Gemeente verschillen van mening over (de wijze van) het al dan niet unaniem overeenstemming hebben bereikt over het procesvoorstel binnen de klankbordgroep.

Blijkens genoemde Verordening wordt bij de toepassing van samenspraak vooraf een aanpak vastgesteld. De deelnemers (in casu de leden van de klankbordgroep) worden door het ter zake bevoegde bestuursorgaan over deze aanpak geïnformeerd. De aanpak wordt tevens via de gebruikelijke media bekend gemaakt (paragraaf 2, artikel 3 lid 1). Bij het vaststellen van de wijze van aanpak wordt in ieder geval een uitspraak gedaan over een achttal uitgangspunten, waaronder het doel van de samenspraak, de inrichting en communicatie over het samenspraakproces en de status van de inbreng van de deelnemers aan de samenspraak (paragraaf 2, artikel 3 lid 2).

Uit het verslag van eerste (digitale) bijeenkomst van de klankbordgroep op 21 april 2021 (https://www.eindhoven.nl/wijkinfo-eerste-bijeenkomst-klankbordgroep-fietsroute-de-run-htce) kan niet worden opgemaakt of en zo ja, in hoeverre alle voorgeschreven uitgangspunten van de vooraf vastgestelde aanpak voldoende duidelijk aan de deelnemers zijn voorgehouden.

Wel is de Ombudscommissie van mening dat, niettegenstaande de bepaling in de Verordening dat deelnemers aan de samenspraak worden geïnformeerd over de vooraf vastgestelde aanpak en uitgangspunten, het projectteam dit blijkens het verslag van de eerste bijeenkomst van de klankbordgroep als een procesvoorstel heeft gebracht dat aan de leden ter instemming werd voorgelegd.

Ook dat heeft naar de mening van de Ombudscommissie bijgedragen aan onduidelijkheid over de gekozen vorm van bewonersparticipatie (inspraak of samenspraak?) en verwachtingen ten aanzien van de rol van Verzoeker als lid van de klankbordgroep.

De Ombudscommissie verwijst naar de hiervóór bij klachtonderdeel 3 aangehaalde kernwaarden “A. Open en duidelijk” (1. Transparant, 2. Goede informatieverstrekking en 4. Goede motivering) van behoorlijk overheidsoptreden in de Behoorlijkheidswijzer. De Ombudscommissie is van mening dat de Gemeente de behoorlijkheidsnorm Open en duidelijk heeft geschonden.

De Ombudscommissie acht deze klacht gegrond.

Ad 5: Onderdeel D (belofte en onbeantwoorde vragen)

Voor de Ombudscommissie is niet na te gaan of, wanneer, in welke vorm en bij welke gelegenheid Verzoeker al dan niet antwoord heeft gekregen op vragen. Verzoeker heeft deelgenomen aan de bijeenkomsten van de klankbordgroep en heeft schriftelijk gecommuniceerd met het projectteam en de wethouder. Daarnaast heeft Verzoeker diverse persoonlijke besprekingen met medewerkers van het projectteam gehad.

De Gemeente geeft aan dat vragen van Verzoeker wel zijn beantwoord, maar niet naar diens tevredenheid. 

Specifiek ten aanzien van de niet nagekomen belofte aan Verzoeker dat er uiteindelijk in de 4e klankbordgroep een ingevulde MultiCriteria Analyse (MCA) zou zijn, heeft de Gemeente aangegeven dat het proces van de klankbordgroep niet in beton is gegoten en dat sprake is geweest van voortschrijdend inzicht.

De Ombudscommissie heeft geen oordeel over inhoudelijke aspecten en onthoudt zich van een oordeel daarover.

Ad 6: Onderdeel E (geen vertrouwen in adviezen externe consultant RoyalHaskoning DHV)

De Ombudscommissie heeft voor kennisgeving aangenomen dat Verzoeker bij dit klachtonderdeel verwijst naar de klacht die op 21 oktober 2021 bij de Ombudscommissie werd ingediend door de heer  en dat hij zich verder met zijn argumenten van deze klacht van hem distantieert.

Ad 7: Onderdeel F (begrip Verkeersveiligheid)

Verzoeker vraagt zich af wat de waarde is van de tussentijdse verkeersveiligheidsaudit door een extern bureau, gezien het feit dat hij daarin samen met een aantal bewoners tot een 30-tal kritiekpunten is gekomen. Verzoeker vermoedt dat de Gemeente niet alle essentiële informatie aan de deskundige heeft doen toekomen. De Gemeente heeft aangegeven dat alle voor de verkeersveiligheidsaudit relevante informatie is aangeleverd en dat op 7 december 2021 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen Verzoeker en het betreffende bureau en dat het rapport naar aanleiding daarvan is aangepast.

Verzoeker wilde als enig lid van de klankbordgroep een extra sessie over de verkeersveiligheidsaudit. De Gemeente heeft aan dat verzoek gehoor gegeven door Verzoeker in de gelegenheid te stellen zijn kritiekpunten en vragen aan de orde te stellen tijdens een persoonlijk gesprek met het extern bureau.

Tijdens de hoorzitting is naar voren gekomen dat niet Verzoeker zelf, maar een buurtgenoot het gesprek met het betreffende bureau heeft gevoerd op basis van een tussen Verzoeker en deze buurtgenoot overeengekomen taakverdeling.

De Gemeente heeft aangegeven dat verkeersveiligheid een randvoorwaarde is en als criterium integraal wordt meegenomen bij het ontwerp van de voorkeursroute.

De Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel over inhoudelijke aspecten.

Ad 8: Onderdeel G (aanvullingen homogeniteit en functionaliteit)

De Ombudscommissie neemt de verschillende wijzen waarop Verzoeker en de Gemeente aankijken tegen verkeersveiligheid en de vergelijking die zij op dat punt trekken met het bouwen van een huis voor kennisgeving aan.

Verzoeker heeft bij dit onderdeel aangegeven dat de Gemeente voor de tweede maal impliciet de kwaliteit van de klankbordgroep ter discussie stelt, daar waar de Gemeente in haar oordeel van 25 november 2021 stelt dat homogeniteit en functionaliteit materie is die te ver voert voor de klankbordgroep. Eerder heeft de Gemeente in het kader van de MultiCriteria Analyse (klachtonderdeel D) aangevoerd dat vragen mogelijk niet beantwoord werden als deze te abstract of te theoretisch waren of buiten de reikwijdte van de klankbordgroep lagen.

In haar verweerschrift stelt de Gemeente steeds zaken praktisch te hebben uitgelegd, zonder diep op de theorie in te gaan, daarbij uitgaande van het gemiddelde niveau van de groep.

Zoals eerder aangegeven, is het niet aan de Ombudscommissie om zich uit te laten over de samenstelling en/of werkwijze van de klankbordgroep.

Ad 9: Onderdeel H (expertise Verzoeker)

Verzoeker beklaagt zich erover dat de Gemeente geen gebruik heeft willen maken van zijn expertise.

De Gemeente verwijst in haar oordeel van 25 november 2021 naar haar reactie van 11 oktober 2021 waarin zij aangeeft op welke punten in de uitwerking van ontwerpen voor Ulenpas, Hunenborg en Backenhagen specifiek aandacht is gegeven aan door Verzoeker aangehaalde situaties. Verzoeker heeft dit niet weersproken.

De Ombudscommissie verwijst voorts naar hetgeen hiervóór in de inleiding is opgemerkt ten aanzien van de verschillende persoonlijke gesprekken die Verzoeker met (het projectteam en de wethouder van) de Gemeente heeft gehad. Voorts is Verzoeker (die als enig lid van de klankbordgroep daar om had gevraagd) door de Gemeente in gelegenheid gesteld om een extra sessie te hebben met de makers van de verkeersveiligheidsaudit en het flora & fauna groenrapport. De wethouder           heeft Verzoeker laten weten het fijn te vinden als hij zijn expertise en kennis op een constructieve manier in wilde zetten voor het project en dat, zoals afgesproken, conclusies van de klankbordgroep inclusief afwijkende of kritische meningen aan het einde van het proces zouden worden voorgelegd aan het college van B&W.

De Gemeente diende ervoor waken dat Verzoeker als lid van de klankbordgroep geen voorkeursbehandeling kreeg.

De Ombudscommissie is van mening dat er geen argumenten of aanwijzingen zijn in het dossier dat de Gemeente geen gebruik heeft willen maken of gemaakt van de expertise van Verzoeker. Dat de Gemeente daar niet ten aanzien van alle aspecten gebruik van heeft willen maken of niet in de door Verzoeker gewenste mate, doet daar niet aan af.

De Ombudscommissie acht dit klachtonderdeel ongegrond.

Ad 10: Onbeantwoorde vragen

Ten aanzien van de klacht van Verzoeker dat de vragen 1, 4, 6, 7 en 8 niet door de Gemeente zijn beantwoord, stelt de Gemeente dat de betreffende vragen wel zijn beantwoord maar niet naar tevredenheid van Verzoeker.

Vast staat dat Verzoeker sinds eind 2020 veelvuldig in contact is geweest met de Gemeente over het snelfietsrouteproject, zowel mondeling als schriftelijk. Tijdens bijeenkomsten van de klankbordgroep, persoonlijke gesprekken met (medewerkers van) het projectteam, sessie met de deskundigen van de verkeersveiligheidsaudit,  in emailcorrespondentie met (de voorzitter van) de klankbordgroep, de wethouder en de klachtbehandelaar, heeft Verzoeker gelegenheid gehad om zijn vragen en zorgen te uiten en daarvan ook gebruik gemaakt.

Voor de Ombudscommissie is dan ook niet na te gaan of de betreffende vragen van Verzoeker wel of niet zijn beantwoord of, zoals de Gemeente stelt, wel zijn beantwoord, maar niet tot tevredenheid van Verzoeker. De Ombudscommissie laat zich niet uit over inhoudelijke aspecten.

De Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel.

Ad 11: Tegenstrijdigheden resp. onwaarheden en misleidingen

In dit klachtonderdeel herhaalt Verzoeker onder meer zijn klachtpunt ten aanzien van de belofte om een MultiCriteria Analyse in te vullen en/of in te zetten. De Ombudscommissie verwijst naar hetgeen zij hiervóór  daarover heeft overwogen in Ad 5: Onderdeel D (belofte en onbeantwoorde vragen).

De (niet nader onderbouwde) stelling van Verzoeker dat het stuk snelfietsroute HTCE-De Run ook voor smart mobility voertuigen zou zijn bedoeld, wordt door de Gemeente  weersproken.

De overige aspecten die Verzoeker in dit onderdeel als tegenstrijdig of misleidend aanduidt (gehanteerde waarden met betrekking tot toekomstige aantallen fietsers, beoordelingscriteria)  zien op inhoudelijke aspecten ten aanzien waarvan de Ombudscommissie zich van een beoordeling onthoudt.

Ad 12. Op een rijtje het NON-samenspraak- en NON-participatieproces

Naar de mening van de Ombudscommissie zijn de door Verzoeker in dit klachtonderdeel genoemde punten 1 t/m 8 reeds aan de orde gekomen in de overwegingen bij voorgaande klachtonderdelen.

Als punt 9 plaatst Verzoeker de opmerking dat hij het verstandig zou vinden om te focussen op routes buiten de woon- en flora & fauna gebieden, maar dat ook daar niets mee gedaan is. De Gemeente wijst te dien aanzien opnieuw naar de kaders die door het College van B&W aan de klankbordgroep zijn meegegeven en dat deze niet de door Verzoeker gewenste reikwijdte hebben. De Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel daarover.

Tot zover de overwegingen van de Ombudscommissie.

Aan het einde van de hoorzitting heeft de Gemeente aangegeven dat zij veel heeft geleerd van de inwonersparticipatie in het kader van het snelfietsrouteproject HTCE-De Run en dat deze punten zullen worden meegenomen bij de evaluatie van het project.

Oordeel

De Ombudscommissie komt tot het volgende oordeel met betrekking tot:

Klachtonderdeel 1: de Ombudscommissie acht deze klacht ongegrond;

Klachtonderdeel 2:       

  • de Ombudscommissie acht de klacht van Verzoeker dat veel van zijn vragen categorisch niet werden beantwoord of dat zijn input met betrekking tot een tweetal Duurzaam Veilige principes zou zijn genegeerd ongegrond;
  • de Ombudscommissie verklaart zich onbevoegd ten aanzien van de inhoudelijke aspecten (onjuiste of misleidende antwoorden) van dit klachtonderdeel;

Klachtonderdeel 3:      

  • de Ombudscommissie acht gegrond de klacht dat de Gemeente zich met betrekking tot de vraag waarom Backenhagen geen afzonderlijke vertegenwoordiging had in de klankbordgroep -gezien het mogelijk eigen belang- zonder enige motivering heeft beperkt tot de mededeling dat zij dat besloten had en daarmee ook niet is ingegaan op de zorg over de daarmee samenhangende stemverhouding binnen de klankbordgroep;
  • de klacht over (mogelijke) benadeling van niet-leden van de klankbordgroep ten opzichte van leden van klankbordgroep acht de Ombudscommissie ongegrond;
  • de Ombudscommissie acht gegrond de klacht dat de Gemeente niet zorgvuldig is geweest en onduidelijk in haar communicatie over de samenstelling, werkwijze en doel van de klankbordgroep en dat dit bij Verzoeker tot bepaalde verwachtingen heeft geleid;
  • de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel over een al dan niet (onevenwichtige) samenstelling van de klankbordgroep;

Klachtonderdeel 4: de Ombudscommissie acht dit klachtonderdeel gegrond;

Klachtonderdeel 5: de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel;

Klachtonderdeel 6: de Ombudscommissie neemt dit klachtonderdeel voor kennisgeving aan;

Klachtonderdeel 7: de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel;

Klachtonderdeel 8: de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel;

Klachtonderdeel 9: de Ombudscommissie acht dit klachtonderdeel ongegrond;

Klachtonderdeel 10: de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel;

Klachtonderdeel 11: de Ombudscommissie onthoudt zich van een oordeel

Klachtonderdeel 12:      

  • ten aanzien van de punten 1 t/m 8 verwijst de Ombudscommissie naar haar oordeel bij de klachtonderdelen 1 t/m 8;
  • ten aanzien van punt 9 onthoudt de Ombudscommissie zich van een oordeel.

Aanbevelingen

De Ombudscommissie beveelt de Gemeente aan om erop toe te zien dat, een en ander zoals ook aangegeven in genoemde Verordening, indien een bestuursorgaan beslist om een samenspraakproces aan te gaan op basis van de Verordening  Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008, zo vroeg en zo zorgvuldig mogelijk aan de deelnemers wordt gecommuniceerd wat de samenspraak inhoudt en dat zij worden geïnformeerd over de vooraf vastgestelde aanpak en de acht in de verordening genoemde uitgangspunten, teneinde de deelnemers (en degenen die zij vertegenwoordigen) een juist en reëel beeld te geven van hetgeen zij van de samenspraak kunnen verwachten.

De Ombudscommissie beveelt de Gemeente aan om bij een samenspraakprocedure met veel deelnemers, zoals in het geval van het project snelfietsroute HTCE-De Run, waarbij veel verschillende belangen, wijken en partijen zijn betrokken, en waarbij de bij aanvang van de procedure te onderzoeken opties op basis van stemming in aantal worden teruggebracht, te voorzien in tussentijdse evaluatie met onder meer de mogelijkheid tot aanpassing van de stemverhouding, teneinde ervoor te zorgen dat deze goed blijft aansluiten bij (de belangen van) de deelnemers die direct zijn betrokken bij de uiteindelijk overgebleven opties.