De ingediende klachten houden verband met een volgens verzoekster door de gemeente (de heer XXX lid De-escalatieteam) onterecht gedane melding over verzoekster aan Bemoeizorg. Naar aanleiding van deze melding vond eind december 2018 een inval plaats in de woning van verzoekster door een team van Bemoeizorg en politie. Verzoekster voelt zich geïntimideerd en verwijt de heer XXX dat hij door het mobiliseren van Bemoeizorg disproportionele maatregelen heeft genomen. Verzoekster is van mening dat het beginsel van hoor en wederhoor is geschonden, omdat de heer XXX haar telefonisch zou hebben laten weten dat er geen hoor en wederhoor zou worden toegepast.
Verzoekster stelt dat de melding c.q. maatregelen verband houden met de stopzetting van de financiële ondersteuning die verzoekster ontvangen heeft op basis van het Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (BBZ). Verzoekster heeft dienaangaande een beroepsprocedure aanhangig gemaakt bij de Rechtbank Oost-Brabant en een voorlopige voorziening gevraagd.
Het standpunt van de gemeente
De gemeente heeft in haar reacties van 28 februari en 8 maart 2019 op de hierboven genoemde klacht gereageerd.
De gemeente geeft aan dat de betreffende maatregelen niet door de heer XXX alleen genomen zijn, maar na overleg tussen verschillende bevoegde organisaties, namelijk gemeente, politie en WIJ-Eindhoven, vanuit zorgoverwegingen. Vervolgens is de bevoegde instantie (Bemoeizorg) ingeschakeld.
Bemoeizorg Eindhoven is een door de gemeente gefinancierd, gezamenlijk initiatief van GGzE en Novadic-Kentron, in samenwerking met diverse partners (zoals WIJEindhoven, politie e.a.)
Basis voor de zorgmelding vanuit de gemeente waren zorgelijke uitspraken van verzoekster. Bemoeizorg, aldus de gemeente, bepaalt zélf hoe zij op een melding reageert. Als er sprake is van gevaarzetting, dan is het niet ongebruikelijk dat Bemoeizorg assistentie vraagt van de
politie.
Ten aanzien van het niet toegepast zijn van het beginsel van hoor en wederhoor en de (dis)proportionaliteit merkt de gemeente op dat dat zaken zijn die Bemoeizorg doet en beoordeelt. Als verzoekster niet tevreden is over de handelswijze van Bemoeizorg, kan zij
met hen contact opnemen.
Het is Bemoeizorg die op grond van een ingekomen melding allereerst bekijkt of deze melding voor haar bestemd is. Als dat zo is, wordt er, gevraagd of ongevraagd, door Bemoeizorg contact gelegd met de cliënt. Er wordt door Bemoeizorg een vervolgtraject
ingezet. De gemeente heeft hier geen rol in.
Wijze van beoordeling
De Ombudsommissie dient te beoordelen of de klachtbehandeling door de gemeente, zoals uiteengezet is in de brief van 20 december 2017, jegens verzoekster behoorlijk is geweest. De Ombudscommissie toetst het handelen van de gemeente aan de hand van de
behoorlijkheidswijzer (www.nationaleombudsman.nl/behoorlijkheidswijzer).
De Ombudscommissie doet geen onderzoek naar feiten en omstandigheden die verband houden met de (wijze van) toekenning of stopzetting van de financiële ondersteuning van verzoekster op grond van de BBZ-regeling. Daarvoor geldt de inmiddels aanhangige
juridische procedure bij de rechtbank Oost-Brabant. Indien een bezwaar dan wel een beroep tegen een besluit van de gemeente kan worden ingediend of, zoals in dit geval, is ingediend, is de Ombudscommissie niet bevoegd om over dat geschil en de daaraan ten grondslag liggende feiten een oordeel uit te spreken.
Overwegingen
Op grond van de wet (art. 9:22 AWB) is de Ombudscommissie niet bevoegd een onderzoek in te stellen naar feiten en omstandigheden die verband houden met de stopzetting door de gemeente van de aan verzoekster verleende financiële ondersteuning in het kader van het
Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen (BBZ). Ook is de Ombudscommissie niet bevoegd om een onderzoek in te stellen naar feiten en omstandigheden die zien op andere organisaties dan de gemeente. Daarom is de Ombudscommissie niet bevoegd om zich uit te laten over de gedragingen van Bemoeizorg als zodanig.
Hoor en wederhoor
Hoor en wederhoor is een belangrijk uitgangspunt in het Nederland recht. Dit is echter geen vereiste bij de beslissing om een melding te doen aan Bemoeizorg. Burgers (familie, omwonenden, kennissen, vrienden) en professionals kunnen naar eigen inzicht personen in
zorgwekkende situaties aanmelden bij Bemoeizorg Eindhoven. Het beginsel van hoor en wederhoor is op deze (beslissingen tot) aanmeldingen niet van toepassing.
Disproportionele maatregelen
De gemeente heeft verzoekster aangemeld bij Bemoeizorg Eindhoven na overleg met diverse hulpverleners en instanties die in de voorafgaande maanden betrokken waren bij de ondersteuning van verzoekster. Directe aanleiding voor deze melding waren de zorgelijke
uitspraken van verzoekster over acties en bedreigingen richting hulpverleners. Verzoekster heeft erkend dat zij deze uitspraken heeft gedaan. De Ombudscommissie is van mening dat het de gemeente in de gegeven omstandigheden vrij stond om de melding te doen. Dat
verzoekster, zoals zij aangeeft, de uitspraken in haar eigen woning heeft gedaan en uit frustratie over de situatie waarin zij terecht was gekomen, doet hier niet aan af. De beslissing van de gemeente om verzoekster aan te melden was naar het oordeel van de
Ombudscommissie dan ook geen disproportionele maatregel.
De Ombudscommissie is niet bevoegd om een oordeel uit te spreken over (al dan niet disproportionaliteit van) de maatregelen die door Bemoeizorg Eindhoven zijn genomen naar aanleiding van deze door de gemeente gedane melding.
Het oordeel
De Ombudscommissie is van oordeel dat de klachten van verzoekster ongegrond zijn. Het beginsel van hoor en wederhoor was niet van toepassing op de beslissing van de gemeente tot aanmelding van verzoekster bij Bemoeizorg Eindhoven. In de gegeven omstandigheden,
in het bijzonder de uitspraken van verzoekster over acties en bedreigingen richting hulpverleners, was deze beslissing niet disproportioneel.
Eindhoven, 13 mei 2019
De Ombudscommissie Eindhoven